De geschiedenis en cultuur vormen een essentieel onderdeel van Sicilie. Sicilië was ooit het centrum van de Europese wereld omdat het het kruispunt was van de Afrikaanse en Europese beschavingen. In de Oudheid werd het eiland bewoond door de stammen Sicilu, Elimi en Sicani. Tussen de 8e en 3e eeuw voor Christus heersten de Grieken over Sicilië. Nadien werd het eiland nog door de Arabieren, Normandiërs, Romeinen, Carthagers, Spanjaarden, Byzantijnen, Fransen, Britten en Bourbons overheerst.
Door zijn vele indringers bevat het eiland op dit moment een buitengewoon rijk erfgoed. Elk aspect van het leven op het eiland werd beïnvloed: de kunst, de architectuur, de taal en de keuken zijn anders dan in het noorden van Italië. Zo lieten de Grieken theaters na in Siracuse en Taormina, verder zijn er ook grote tempels terug te vinden in Agrigento, en Segesta. Door de Romeinen bezit Sicilie magnifieke mozaïken in Piazza Armerina en de Arabieren zijn dan weer verantwoordelijk voor de Moorse invloeden in de architectuur en de Siciliaanse keuken. Nadien introduceerden de Normandiërs de Romaanse bouwkunst en zorgden de Spanjaarden voor de decoratie van de barok.